De avonturen van Jasper & Jolijn, hoofdstuk 5: Van kobolden, trollen en magische wezens
Na een bijzonder goede nachtrust, keek Jasper om zich heen. Het schemerde nog een beetje en in zijn cabine lag Max de kobold nog vredig te slapen. Kleine goudkleurige belletjes ontsnapten uit zijn mond, en elke keer als er 1 klapte vloog er een regenboog kleurig vlindertje de ruimte in die na een paar seconden met een plofje uit elkaar klapte. Vreemde wezens die kobolds daar moest hij toch maar eens navraag naar doen, al wist hij nog niet hoe. Maar eerst de route voor vandaag plannen want vandaag gaat de reis naar Zweden, en ook al wist hij dat hij misschien wel het water over zou kunnen vliegen, hij was toch echt een trein en wilde dit gewoon meemaken. Via zijn interne netwerk had hij contact gelegd met het station in Kopenhagen en een tijdstip vastgelegd waarop hij gebruik kon maken van het spoor en hij kon aan niets anders meer denken. Zou hij Max wakker maken of zou hij vast naar het station rijden…ach dacht hij, Max slaapt nog en als hij wakker word op het station dan vind hij dat vast niet erg, en Jasper startte de motor.Jasper deed het rustig aan om vooral niets te missen van zijn reis, want ook al had hij haast hij wilde straks toch het thuisfront vertellen wat hij allemaal had gezien en meegemaakt en dat kun je niet als je er voorbij vliegt. Hij zag de bovenkant van de ronde toren en dat is niet zo maar een toren maar een observatorium waar je naar de sterren kunt kijken, hij is bijna 35 meter hoog dus dat verklaard waarom Jasper hem zo goed kon zien, en het meest bijzondere is, is dat deze toren geen trappen heeft maar gewoon een gladde gang die in cirkels naar boven draait. Jasper had wel eens kinderen gezien op rolschaatsen en skateborden en zag in gedachte al kindertjes van boven naar beneden rollen ????. Ook had hij al zicht op de Sontbrug, die Kopenhagen met Malmö verbind en dit was dus ook de brug die Jasper ging gebruiken. Hij passeerde ook nog het oude havendistrict waar je buiten op een rots de kleine zeemeermin kunt zien zitten (sprookje van Hans Christian Andersen). Als hij een mens was geweest had hij uitgestapt om foto’s te maken en kaarten te kopen zodat hij echt kon laten zien waar hij geweest was.
"He Jasper" …riep Max "zomaar vertrokken zonder mij?" En de laatste regenboog vlinders ploften in de cabine. "Nee hoor" zei Jasper "maar je lag zo tevreden te slapen dat ik het zonde vond om je te storen voor alleen de trip naar het station." Max wreef zijn neus en nog wat laatste belletjes kwamen tot ontwikkeling en ploften. "Kijk" zei Max en wreef weer langs zijn neus, "ik werd wakker omdat ik hoorde wat je dacht." "He" zei Jasper "hoe doe je dat?" "Nou" zei Max "dat zit zo. Als je ergens hard genoeg aan denkt dan zie ik daar beelden van in mijn hoofd en soms word ik daar wakker van, en toen je zo heel graag foto’s wilde maken zag ik je dat doen." Jasper slaakte een pluim van verbazing. "Je zag me wat doen?" "Nou" zei hij "uitstappen en foto’s maken." "Maar dat kan toch helemaal niet?" sprak Jasper zacht en teleurgesteld. "Ik heb geen benen en ik ben geen mens maar een hele grote trein." Max dacht na, hoe leg je dit uit. "Hoe voel je je van binnen?" vroeg Max. "Wie ben je en wat ben je, denk eens heel goed aan hoe jij voelt wat je bent." "Maar hoe dan?" vroeg Jasper. "Hoe kan ik je dat laten zien?" "Wacht maar" zei Max en deze wreef weer over zijn neus, waar nu zilveren bellen uit kwamen, die langzaam opstegen en door het klapraam naar buiten vlogen zo bij Jasper de schoorsteen in. Als hij een mens was geweest had hij nu moeten niezen want hij voelde een enorme kriebel aan de binnenkant van de schoorsteen en van binnen uit zijn motorblok begon het te borrelen en te proesten. "Kijk!" schreeuwde Max "kijk dan!" en hij wees naar buiten, Jasper keek naar voren en zag de rook uit de pijp die in horten en stoten kwam door al dat gekriebel veranderen van pluim naar...?
Voor Jasper stond nu een jongen van een jaar of, maar dat kon hij niet goed inschatten. Hij was best wel lang en had blond haar en een geruit overhemd en een spijkerbroek en sportschoenen aan en ook droeg hij een camera om zijn hals. Jasper wist niet wat hij zeggen moest, dit was rook, dit was niet echt, en hij zuchtte er nog een pluim uit. Dit keer had de jongen een dikke jas aan en een sjaal om en winterschoenen aan en droeg hij een tas waar een boek in zat waar vreemde tekens op stonden. "Nu is het genoeg" zei Jasper en van schrik sloeg de motor af. "Weet je" zei Max, "een beetje vertrouwen mag wel hoor, ik begrijp dat we elkaar nog niet zo goed kennen, maar ik ken jou beter dan jij jezelf kent. Jij hebt een hele bijzondere geschiedenis en dat weet je zelf ook wel." "Nee" zei Jasper "dat weet ik niet" en hij werd steeds bozer. "Kijk op het boek!" riep Max. "Maar dat kan ik niet lezen!" zei Jasper. Een beetje ongeduldig nu riep Max, "kijk nog een keer!" En Jasper keek naar de rookwolk en naar het boek waar hij nu letters op kon onderscheiden….kobolden, trollen en magische wezens lesboek 1. Als Jasper er nu verschrikkelijke twijfel rook uit had kunnen gooien had hij dat gedaan, maar zijn motor stond uit en de pluimen begonnen op te lossen. "Is dit waar?" vroeg Jasper. "Ben ik meer dan een trein?" "Ja" zei Max "want ik kan je niet laten zien wat er niet is, maar ik ga het je uitleggen."
De volgende keer:
Jasper de jongen en de reis naar Malmö
Reacties
Let op: HTML wordt niet vertaald!