De avonturen van Jasper & Jolijn, hoofdstuk 8: Binnen kijken
Hoofdstuk 8, binnen kijkenNiet lang daarna zag Jasper het kasteel tussen de bomen door, de torens leken wel in de wolken te hangen. Hij voelde bijna de vlinders van Max in zijn buik als hij die op dit moment gehad had. Er kwamen borrelende rookpluimen uit zijn schoorsteen en al hoestend en proestend kwam hij op de parkeerplaats vlak bij het kasteel tot stilstand. Net op tijd want zijn motor hoestte nog 1 keer en sloeg af. Een geëmotioneerde trein, als hij zich niet zo intens verdrietig had gevoeld om alles wat hij gemist had en nog miste zou het grappig geweest zijn.
Max leek te voelen hoe het met Jasper ging en pakte een bosje kruiden waar hij zijn redelijk forse neus in stak. “HAAATTSioeee!” en een wolk van vlinders vulden de cabine , en nog een keer tot je geen hand voor ogen meer zag. Jasper lachte. “Kijk” zei Max, “zo ken ik je weer, en nu uitstappen we gaan aan de wandel.” “Waatt?!” zei Jasper. “Ik ben een trein en kan niet uitstappen.” “Luister” zei Max, “jij kunt veel meer dan je denkt. De bedoeling is dat je de trein….je omhulsel laat staan, en dat jij dus je ziel zonder lichaam laat uitstappen, een soort van in 2 delen dus. en als we dan terug komen voeg je je weer samen.” “Maar hoe dan?” vroeg Jasper, en Max pakte zijn hele bijzondere spiegel en ging voor Jasper staan. “Kijk in de spiegel en zie je zelf op een blij moment bij het kasteel en loop er dan naar toe.” Jasper keek in de spiegel en dacht aan Jolijn , aan hoe hij haar gezien had bij school, bij het kasteel. In de cabine vormde zich een rookwolk, die groter en dikker werd en vorm begon aan te nemen. De rookwolk dwarrelde door het raam naar buiten tot voor de spiegel en kreeg toen langzaam een vaste vorm. Jasper keek in de spiegel en streek door zijn haar, hij stond er echt en achter hem stond de trein, dit voelde zo vreemd. Hij zette een paar stappen en had moeite om te blijven staan want benen zijn geen wielen. Max wees met een stokje naar zijn knieën en zei: ”vergeten krachten kunnen niet wachten.” Jasper voelde een warme gloed door zijn benen trekken en hij had het gevoel dat hij de wereld rond kon rennen zonder problemen. Max stak de spiegel in zijn zak en begon te wandelen, Jasper keek nog een keer achterom, daar stond hij, groot en zwart en zooo mooi, en nu kon hij lopen. Dit wordt nog even wennen, maar het word vast wel beter.
Max begon harder te lopen en Jasper die langere benen had moest zijn best doen om hem bij te houden, maar Max had de kasteeldeuren gezien en was niet meer te houden, zo nieuwsgierig was hij. Ze stonden nu samen voor de deur en keken omhoog, het kasteel was immens als je er zo voor stond en je voelde de voorbije veldslagen die hier geweest waren. “He” zei Jasper, “de deur staat op een kier?” Max zag het ook. “Even wachten” zei Max, “ik weet niet wat we gaan tegen komen maar ik heb liever niet dat ze ons nu al zien.” Hij pakte weer zijn stokje. Er ontsnapte een soort van mist uit die over hen beiden heen zakte. “Zo” zei hij “nu gaan we naar binnen.” Ze glipten door de kier naar binnen en zagen een enorme hal met een draai trap naar boven. Er hing een lucht van oude tapijten en schilderijen, maar ook iets van eten...het rook naar warme appeltaart en chocolademelk. Jasper had deze dingen als trein wel geroken maar wist niet meer of hij het ooit op had. Het voelde vertrouwd binnen, en hij zei: “Max ik weet waar mijn slaapkamer is.” Max keek hem aan. “Weet je het zeker? En wil je kijken?” “Als we niet rond gaan kijken leren we niets en ik wil graag weten wat hier gebeurt is en wat er met mij, mijn ouders en Jolijn gebeurt is.” “Goed” zei Max “maar we doen het rustig aan en probeer geen geluid te maken als we iemand zien want dan weten ze dat we hier zijn. Ga jij maar voor” zei Max “ik ben benieuwd.” En samen gingen ze de trap op, om de eerste bocht en om de 2e en bij de 3e zei Jasper “nu linksaf.” Ze liepen een lange gang door met een prachtige oude loper op de vloer en schilderijen aan de muur die wel leken te leven. Aan het einde van de gang was een grote houten deur met een ronde ijzeren klink, Jasper had tranen in zijn ogen en zei tegen Max “hier is het.” Hij duwde tegen de deur en met een beetje gepiep ging hij open, en wat hij toen zag…
Volgende keer in hoofdstuk 9….een oude bekende ????
Reacties
Note: HTML is not translated!